John Beijersbergen BHV’er van het jaar
29 oktober 2012 | Arbozorg | BHV
23 BHV’ers waren genomineerd, en vandaag werd de winnaar bekend. BHV’er van het Jaar is John Beijersbergen van FMHaaglanden. De jury roemde niet alleen zijn enthousiasme, maar ook zijn overtuigingskracht. Hoe krijgt hij het voor elkaar dat zijn opdrachtgevers BHV serieus nemen?
Een brandje blussen, een enkel zwachtelen, of zelfs een hartpatiënt reanimeren. Als een BHV’er hiermee te maken krijgt, zal hij dit in alle stilte proberen op te lossen. ‘Je wilt het reguliere werk zo min mogelijk verstoren’, zegt Beijersbergen. ‘En bovendien: zoveel aandacht, dat is ook niet leuk voor het slachtoffer.’
Maar, zo voegt hij eraan toe, al dat werken achter de schermen vormt natuurlijk geen goede pr. ‘Wij BHV’ers voorkomen dat mogelijke incidenten zich voordoen. Dat is niet erg concreet. En dus zullen organisaties hier niet graag tijd en geld voor vrijmaken. Juist een incident kan helpen om mensen te overtuigen.’
Ministeries
En dat overtuigen is precies Beijersbergens taak. Want hij is coördinator bij FMHaaglanden, en namens de organisatie ondersteunt hij de BHV-organisatie van 7 ministeries. En volgens de jury van de BHV’er van het jaar doet hij dat ook goed, zowel dat ondersteunen als dat overtuigen. Want hij is 24 uur per dag met zijn vak bezig, en hij weet dit enthousiasme ook over te brengen op anderen.
Die overtuigingskracht heeft hij nodig. Want de tijd is voor de BHV’ers niet gunstig. ‘In het merendeel van de organisaties neemt de werkdruk toe’, zegt hij. ‘En dus zie je ook meer gevallen van stress. Mensen krijgen allerlei lichamelijke klachten: hyperventilatie of zelfs hartproblemen. Maar door diezelfde werkdruk zie je ook dat mensen meer moeten presteren in minder tijd. En dus mag de BHV niet ten koste gaan van het werk.’
Tips
En toch heeft Beijersbergen bij zijn ministeries een goed werkend BHV-apparaat kunnen neerzetten. Hoe hij dat heeft gedaan? Hij geeft 3 adviezen:
•Zorg dat je zelf beschikt over voldoende kennis. ‘Als je te weinig weet van ontruimingen of reanimaties, ben je natuurlijk geen volwaardige gesprekspartner. Aan de andere kant: juist die BHV-organisaties met meer kennis in huis, krijgen ook meer voor elkaar. Vroeger zag je in de wereld van de BHV vooral hobbyclubs, nu zitten er allerlei professionele opleidingen aan vast. Dat is een enorme verbetering.’
•Zorg dat je toegang hebt tot beslissers. ‘BHV’ers kunnen onderling wel van alles gaan afspreken, maar dat helpt niets als je niet de steun hebt van de top van organisatie. Ik schakel bij de ministeries ook altijd interne BHV’ers in om die contacten met het management te leggen. En ik merk dat het draagvlak daardoor groter wordt.’
•Blijf volhouden. Nog een eigenschap die de jury in Beijersbergen waardeerde: zijn vasthoudendheid. ‘Mijn collega's en ik zijn vakidioten. We houden van BHV, we vinden het belangrijk. Dus als we even geen resultaten boeken, zullen we niet achterover leunen. Dan gaan we net zo lang dat gesprek aan tot het wel lukt.’
En zo´n aanpak leidt tot resultaten. ‘Laatst organiseerden we bij een ministerie een ontruiming. Bedenk wel: dan staan er zo'n 2000 à 3000 man op straat. Je wilt niet weten wat dat kost. Het feit dat onze HBHV die beslissing tot zo´n ontruiming kon nemen, dat hij van de hoogste baas van het ministerie die bevoegdheid had gekregen, dat zegt mij genoeg. BHV wordt daar serieus genomen. En terecht, want de ontruiming verliep perfect.´
Reanimatie
Is de beslissing van de jury dus gebaseerd op Beijersbergens enthousiasme en overtuigingskracht? Niet alleen. Want hij heeft ook persoonlijk een succesvolle reanimatie uitgevoerd. ‘Het was op een dag dat ik zelf een blessure had opgelopen en dus thuis werkte. Plotseling werd er heftig gebeld. Mijn buurjongen. Het ging absoluut niet goed met zijn vader. Zo snel als ik kon strompelde ik er naar toe. Ik heb de man op de grond gebracht en hartmassage toegediend. Gelukkig liep alles goed af, maar het was toch een heel nieuwe ervaring. Ik ben dan wel EHBO-instructeur, maar zo'n echte reanimatie is heel wat anders dan oefenen met een pop.’