Ambulancezorg
Professionele hulpverleners van politie, brandweer en ambulancezorg zien het grote belang van BHV’ers in het publieke domein. Want voordat de hulpdiensten er zijn, moeten omstanders cruciale momenten overbruggen. Dan hoop je dat er (bedrijfs)hulpverleners aanwezig zijn die weten hoe ze eerste hulp kunnen verlenen. Hoe kijkt de ambulancezorg naar dit thema en hoe gaat het er in zo’n meldkamer aan toe?
Aan het woord: Gwen Aerts – verpleegkundig meldkamercentralist en ambulanceverpleegkundige, RAV Brabant Midden-West-Noord
Bellen met de meldkamer
Gelukkig hoeven veel mensen niet al te vaak naar de meldkamer van ambulancezorg te bellen. Maar als dat wel het geval is, kunnen ze rekenen op een rustig en helder gesprek. Hierin zijn de medewerkers van de meldkamer getraind. Of zij merken wanneer ze een BHV’er aan de lijn hebben? Vaak wel, volgens Gwen. Zij doet dit werk al 22 jaar en vertelt: “Zowel in mijn rol als meldkamercentralist als ambulanceverpleegkundige kom ik veel in contact met BHV’ers. Soms hoor ik aan de telefoon dat iemand naar voren stapt en zegt ‘ik ben BHV’er’. Dat is fijn voor ons.”
Geen discussie
Voor de meldkamer is het fijn om een BHV’er als aanspreekpunt aan de lijn te hebben, want die kent de werkwijze vaak goed. Maar: luisteren blijft enorm belangrijk, ook als er soms instructies worden gegeven die ‘tegenstrijdig’ zijn met wat je geleerd hebt. Gwen noemt een voorbeeld: “Soms is de instructie van de meldkamer om het slachtoffer op de rug te leggen, terwijl ze geleerd hebben dat ze in stabiele zijligging moeten. Wij kunnen in die houding namelijk een bepaalde ademhaling controleren. Dan moet je als BHV’er niet gaan discussiëren, want dat zorgt voor tijdverlies. De professional heeft altijd voorrang boven de BHV’er.”
“Je bent de eerste schakel tussen het slachtoffer en de professionele zorg en dat is goud waard. Het kan het verschil zijn tussen leven en dood”
Heldere instructies
Opvangen van de ambulance
Het opvangen van de ambulance ter plaatse is van groot belang. Gwen heeft tips voor iedere BHV’er: “Een ambulance moet zo dicht mogelijk naar het slachtoffer toe kunnen komen. Dat moet geen speurtocht worden. De tip die ik vaak geef is om meerdere BHV’ers in te zetten om de gidsfunctie voor de ambulance te vormen. De ambulance wordt dan als het ware langs een ketting van BHV’ers naar de locatie geleid.”
BHV’ers zijn goud waard
Bij twijfel? Bellen!
De meldkamer krijgt soms een BHV’er aan de lijn die twijfelt over de juiste aanpak. “Als je als BHV’er twijfelt, mag je altijd 112 bellen”, vertelt Gwen. “Blijf daarin wel goed afwegen of je echt denkt dat er sprake is van een levensbedreigende situatie. Als je dus wilt overleggen met een professional, dan is 112 er voor levensbedreigende situaties en de huisartsenpost voor overig overleg. Maar bij twijfel: altijd bellen!”
“Ik kan me geen wereld meer voorstellen zonder BHV’ers. Ze zijn ingebed in de keten van de hulpverlening”
Minder sterfgevallen
Statistisch gezien zijn de overlevingskansen fors toegenomen, doordat meer mensen kunnen reanimeren. Hierbij helpt de app Hartslag.NU waarbij de meldkamer een melding naar burgers verstuurt. De Nederlandse ReanimatieRaad zegt dat je buiten het ziekenhuis een overlevingskans van 1 op 4 hebt. Gwen: “Dus van elke 100 mensen die worden gereanimeerd overleven er 25, vroeger waren dat er veel minder. Je moet niet schrikken van de 75 die wel overlijden, want dit zijn vaak oudere mensen met ziektebeelden en onderliggend lijden.”
Dat er steeds meer mensen kunnen reanimeren, is maar goed ook. Uit een bron van HartstichtingNL blijkt namelijk dat ruim 6.500 mensen per jaar een harstilstand krijgen. Dat zijn er elke week 300! De gemiddelde leeftijd van een slachtoffer van een hartstilstand ligt rond de 65 jaar. Uit onderzoek blijkt dat door reanimatie en inzet van een AED het percentage overlevenden omhoog kan.